De sleutel tot succesvolle implementatie van PoE

Bijna dagelijks komen er nieuwe PoE-compatibele apparaten op de markt, onder meer voor toepassingen op het gebied van LAN, industrie en gebouwautomatisering. De oorsprokelijke PoE-standaard ondersteunde 12,95 watt, maar de meest recente versie kan tot 90 W op elke PoE-poort leveren. Dat heeft aanzienlijke gevolgen voor de bekabeling – de temperatuur kan fors oplopen Hoe groter het vermogen, hoe meer warmte er wordt gegenereerd, wat de gegevensoverdracht weer beïnvloedt. Nieuwe wetgeving en standaardisatie zullen een grote impact hebben op bekabeling. Het niet naleven hiervan brengt uiteenlopende problemen met zich mee, van slechte systeemprestaties tot vragen van verzekeraars.

RP3 wordt inmiddels verplicht gesteld bij alle nieuw gebouwde systemen voor kantoren, woningen, en industrieën, en in Smart Building-systemen. Elke kabel in een bundel dient PoE op het allerhoogste niveau volledig kunnen ondersteunen. Zekerheid dat de kabelbundel niet oververhit raakt is essentieel voor naleving van categorie RP3.

Kortom: een goed moment om hier eens bij stil te staan. Om de betrouwbare werking van het netwerk op lange termijn te garanderen, zijn de ISO/IEC 14763-2 en EN 50174-2-normen voor bekabeling uitgebreid met de 'Remote Power supply’ categorieën RP1, RP2 en RP3. Volgens ISO/IEC 14763-2 moet voor elke installatie de ‘Remote Power – categorie worden gespecificeerd. Planning, installatie, en productselectie moeten de opgegeven categorie ondersteunen.

Deze drie nieuwe categorieën definiëren wat er vóór de installatie en na inbedrijfsstelling nodig is om bekabeling en PoE veilig te laten werken. De RP-categorie wordt bepaald door de gemiddelde toegestane gelijkstroom in een kabelbundel - hoe hoger de classificatie, hoe hoger de toegestane stroom.

De norm schrijft voor dat er waarschuwingslabels moeten worden aangebracht op RP1- en RP2-installaties. Voordat een PoE-apparaat wordt aangesloten, moet altijd worden gecontroleerd of de maximaal toelaatbare stroom kan worden ondersteund - en dat kan tijdrovend zijn. Met RP3 wordt bekabeling al tijdens de planningsfase geconfigureerd, zodat alle kabels tegelijkertijd de maximale PoE-stroom kunnen overbrengen. Dit maakt het systeem bijzonder veilig.

Netwerkplanners moeten ervoor zorgen dat het dempingsbudget voor datatransmissie altijd met RP3-bekabeling kan worden gerespecteerd en dat de toegestane temperatuur in de kabel niet wordt overschreden. Dit wordt mede bereikt door de link-lengtes aan te passen aan de installatie.

Door op de juiste manier te plannen en geschikte producten te kiezen, voldoet uw bekabelingssysteem aan de hoge eisen van de meest recente PoE-standaard. Een van de belangrijkste maatregelen is het plannen van kortere verbindingen voor uw LAN. Hoe korter de kabelverbinding, hoe minder weerstand, verwarming en dempingsverliezen er optreden tijdens gegevensoverdracht.

Verschillen in weerstand tussen de kabels in de bundel verhoogt de effectieve waarde van de-stroom en kan daarmee de RP3-certificering ongeldig maken. In LAN-kabels zien we vaak verschillen in weerstand tussen de kabels in kabelparen komen, wat een negatief effect kan hebben op PoE. Gelukkig maken fabrikanten van testapparatuur het mogelijk om verder te gaan dan de basisvereisten beschreven in normen zoals ISO / IEC 11801. Diverse apparaten bieden nu opties om te testen op aanvullende parameters. Thermische belasting kan alleen worden beheerst als deze onbalans van de weerstand tot een minimum wordt beperkt.

Nu PoE steeds breder wordt ingezet is testen in de praktijk belangrijker dan ooit. Dat zorgt ervoor dat installaties PoE kunnen blijven ondersteunen zonder problemen met bijvoorbeeld verstoorde gegevensoverdracht of uitval door overtollige warmte. Naleven van de nieuwe ‘Remote Power’-categorieen is daarmee van groot belang is voor het nakomen van garanties en het voorkomen van dure, tijdrovende vervanging van en reparaties aan apparatuur.

Michiel Panders is R&M General Manager Europe