Nederlandse meisjes negatief over eigen bètavaardigheden en haken op hun 14e af

274094_h_ergb_s_gl

Meer dan de helft van de Nederlandse meisjes schatten hun eigen vaardigheden in bètavakken als wiskunde, natuurkunde, scheikunde en informatica laag in. Hun interesse in techniek, ICT en bètaonderwerpen wordt op de leeftijd van gemiddeld elf jaar gewekt, maar houdt niet lang stand. Al op hun veertiende verliezen Nederlandse meisjes hun interesse weer, een jaar eerder dan het Europese gemiddelde. Twee mogelijke oorzaken hiervoor zijn dat, in vergelijking met de rest van Europa, Nederlandse ouders veel minder vaak met hun dochters over technisch-gerelateerde onderwerpen praten. Ook ervaren Nederlandse meisjes het meest een gebrek aan vrouwelijke rolmodellen.

Dit blijkt uit onderzoek van Microsoft, gehouden onder 11.500 meisjes en jonge vrouwen tussen de elf en 30 jaar in twaalf verschillende landen. Het onderzoek, waarvan Microsoft een dag voor Internationale Vrouwendag de resultaten publiceert, richtte zich op de vraag waarom meisjes en jonge vrouwen minder interesse hebben dan mannen in de onderwerpen wetenschap, technologie, techniek en wiskunde – de zogenaamde STEM-vaardigheden. 

Betere baankansen voor vrouwen met STEM-vaardigheden

De werkgelegenheid is in de Europese technologiesector de afgelopen tien jaar drie keer zo snel gegroeid als de algemene werkgelegenheid. Wat dat betreft is het alarmerend te noemen dat slechts 30 procent van de Nederlandse en 36 procent van de Europese vrouwen onder de 30 jaar werkzaam zijn in STEM-gerelateerde vakgebieden. Door meisjes te inspireren en aan te moedigen hun STEM-vaardigheden te ontwikkelen, vergroten ze niet alleen hun eigen baankansen, maar is het ook mogelijk de algehele Europese economie een boost geven. Als er in de huidige digitale sector net zoveel vrouwen als mannen zouden werken, zou dat resulteren in een groei van negen miljard euro in het bruto nationaal product van de EU.

Vrouwen onmisbaar bij digitale transformatie

“Schokkende resultaten waar niet alleen jonge meiden zich iets van moeten aantrekken, maar ook ouders en leraren”, zegt Julie de Widt-Bakker, Citizenship Lead Microsoft Nederland. “Alle vrouwen moeten hun technologische vaardigheden continu blijven ontwikkelen als ze de aansluiting op de arbeidsmarkt niet willen missen en hun positie in de maatschappij willen verstevigen. Gezien de digitale transformatie die Nederland doormaakt, hebben we juist vrouwen nodig die hun creativiteit en talent voor samenwerken combineren met technische en digitale vaardigheden. Gelukkig zijn er veel organisaties die zich voor deze zaak inzetten, en waar we graag nauw mee samenwerken. Denk daarbij aan partijen als InspiringFiftyTechionista en VHTO.”

Waarom meisjes niet voor techniek kiezen

Ook zochten de onderzoekers naar mogelijke manieren voor ouders, de onderwijssector, politici en bedrijven als Microsoft om ervoor te zorgen dat meisjes en jonge vrouwen meer interesse krijgen in STEM-onderwerpen. De volgende zes punten hebben de grootste positieve dan wel negatieve invloed op de interesse van meisjes in STEM-vaardigheden:

  1. Erop vertrouwen dat mannen en vrouwen gelijkwaardig behandeld worden in STEM-vakgebieden
  2. Ouders die aanmoedigen om STEM-vaardigheden te ontdekken
  3. Creativiteit
  4. Leraren die aanmoedigen om STEM-vaardigheden te ontdekken
  5. Een zichtbare aanwezigheid van vrouwelijke rolmodellen in STEM-vakgebieden
  6. Het idee dat jongens altijd beter zullen zijn in STEM

Gemis aan rolmodellen

In ons land praten ouders het minste van alle onderzochte landen over STEM-onderwerpen. Van de meisjes praat 31 procent hier met haar moeder over en 33 procent met haar vader. Ter vergelijking: het Europese gemiddelde ligt hier op respectievelijk 38 en 37 procent. In Nederland zijn docenten die STEM-vakken doceren bovendien vaker man dan in de andere landen. Dit terwijl meisjes juist aangeven dat vrouwen die lesgeven of op een andere manier werken in een STEM-vakgebied, voor hen een belangrijke motivatie kunnen vormen. Ook zeggen meisjes dat hun interesse voor STEM-onderwerpen toeneemt als zij het gevoel hebben dat ze serieus worden genomen.

Stereotypes

“Enthousiasme van meisjes voor STEM-vakken is gemiddeld vanaf elf jaar aanwezig, maar het wordt vaak al snel als een jongensaangelegenheid gezien”, zegt Janneke Niessen, medeoprichter van InspiringFifty en Improve Digital en als partner betrokken bij het onderzoek. “Vaak wordt gedacht dat technologie saai, moeilijk en niet relevant is. En dat op een leeftijd waarop meisjes wel studiekeuzes maken die bepalend zijn voor hun toekomstmogelijkheden. Het is dan ook belangrijk dat ze sterke rolmodellen hebben, die hen laten zien dat STEM-vaardigheden voor iedereen zijn. En nog beter, dat ze alles kunnen bereiken wat ze willen.”  

Meer over
Lees ook
Werknemer herkent in 2030 werkdag niet meer terug

Werknemer herkent in 2030 werkdag niet meer terug

Zo'n twee derde van de Nederlandse werknemers verwacht dat de werkdag er in 2030 totaal anders uitziet. Fysieke aanwezigheid op de werkvloer lijkt niet meer nodig om het werk uit voeren. Naar verwachting nemen robots - een deel van - de werkzaamheden over. De meerderheid verwacht echter niet dat het werk makkelijker wordt of dat zijn of haar baan1

Medewerkers mkb in Europa ontevreden over internetverbinding op het werk

Medewerkers mkb in Europa ontevreden over internetverbinding op het werk

Uit een Europees onderzoek van het onderzoeksbureau Censuswide in opdracht van ZyXEL blijkt, dat medewerkers in het mkb liever thuis werken dan op kantoor vanwege de snelheid en betrouwbaarheid van het internet. De helft van de medewerkers in Nederland en het Verenigd Koninkrijk is tevreden met de internetconnectie op het werk, maar respectievelij1

Europeanen meest bezorgd over privacy en security

Europeanen meest bezorgd over privacy en security

Europeanen zijn bezorgder over hun privacy en security in vergelijking met andere werelddelen. Zo zegt ruim 62 procent zich zorgen te maken over zijn/haar privacy in het Internet of Things-tijdperk, vergeleken met 49 procent in Japan en 44 procent in de Verenigde Staten. Bijna de helft van de Europeanen (49%) geeft daarnaast aan dat deze bezorgdhe1