Smart cities: hoe slim zijn onze steden eigenlijk?

Virtual Singapore (2)_Copyright Dassault Systèmes

Elke stad wil zichzelf profileren als een smart city. Begrijpelijk, want de term doet denken aan innovatieve technologie, vooruitgang en duurzaamheid. Toch is enig realisme op zijn plaats. Onze steden zijn namelijk nog lang niet zo smart als we willen.

Het concept van smart cities is veelbelovend. Nieuwe technologie, digitale toepassingen en met internet verbonden apparaten transformeren de manier waarop we leven, wonen en reizen. Miljarden sensoren verzamelen continu data over onze woningen, wegen en ziekenhuizen. Met deze informatie kunnen we allerlei stedelijke problemen voorkomen. Verkeersopstoppingen, vervuiling en energieverspilling behoren in de stad van de toekomst dan ook tot het verleden. Dit klinkt allemaal prachtig, maar hoe haalbaar is dit Utopia?

Definitie van smart city

We leggen deze vraag voor aan John Stokoe, smart city-expert van Dassault Systèmes. Stokoe deelt het enthousiasme, maar vindt ook dat we realistisch moeten zijn over smart cities. Volgens hem wordt het begrip vaak verkeerd gebruikt. “Er zijn misverstanden over de definitie van een smart city”, begint hij. “De steden in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Scandinavische landen die ik heb bestudeerd, gaan allemaal min of meer dezelfde richting op. Ze kiezen een klein deel van de stad uit en maken daar een smart hub van.”

“Met smart bedoelen ze dan doorgaans dat ze sensoren plaatsen om activiteit te meten”, legt de expert uit. “Bijvoorbeeld in stoplichten en langs wegen, om files en ander verkeersleed tegen te gaan. Of in gebouwen, zodat er geen energie wordt verspild als er niemand in een ruimte is. Ook installeren veel steden beveiligingscamera’s om probleemgebieden te monitoren en bijvoorbeeld criminaliteit of branden in een vroeg stadium op te merken. Dat is allemaal heel slim. Maar daarmee wordt een stad in mijn ogen nog niet echt smart.”

Veel meer dan sensoren

“Dat is alleen het geval als de data van al die sensoren samenkomen op een gemeenschappelijk platform waarmee je in één oogopslag kunt zien wat er gebeurt in de stad en op basis daarvan beslissingen kunt maken”, vervolgt Stokoe. “Op dit moment zijn er geïsoleerde stukjes ‘slimme activiteit’ en zo zal het nog minstens 10 tot 15 jaar blijven. Het kost veel tijd en geld om het fundament te leggen en je moet een goed plan hebben. Het heeft geen zin om klakkeloos sensoren aan te sluiten op een platform als je niet weet wat je precies met die data wilt doen.”

Volgens Stokoe voldoet een ideale smart city aan een aantal basisvoorwaarden. “Allereerst moet een stad duidelijke grenzen hebben. Waar houdt de stad op? Tellen buitenwijken ook mee? Ten tweede moeten er meetbare activiteiten zijn, anders kun je ze ook niet slimmer organiseren. Een derde voorwaarde is structurele financiering door zowel de overheid als de private sector. Een smart city is een langetermijnproject, maar steden bepalen meestal niet zelf hoeveel budget er is. En het bedrijfsleven investeert alleen in rendabele projecten.”

Singapore als blauwdruk

Eigenlijk past er momenteel maar één stad in dit perfecte plaatje: Singapore. “De grenzen zijn helder, want de stad wordt afgebakend door de zee”, vertelt Stokoe. “Singapore is al 15 jaar allerlei data aan het verzamelen. En er is voldoende budget beschikbaar. Singapore is namelijk een stadstaat. Dus als de overheid van Singapore zich als doel stelt om over tien jaar een smart city te zijn, is dat ook daadwerkelijk haalbaar. Voor de financiering van de smart city is de stad niet afhankelijk van een nationale overheid die het budget verdeelt.”

De meeste Europese steden voldoen niet aan deze voorwaarden. Het helpt ook niet dat ze al eeuwen bestaan. Er staan historische gebouwen en de infrastructuur is soms verouderd. De stad is slechts voorzien van een modern laagje en in de periferie bevinden zich nieuwe bedrijventerreinen en winkelcentra. Deze eigenschappen maken het realiseren van een Europese smart city complex en kostbaar. Stokoe verwacht dan ook niet dat onze steden in elk opzicht volledig smart zullen worden. “Tenzij je een nieuw stedelijk gebied opbouwt.”

Rotterdamse haven

Stokoe vindt de haven van Rotterdam een mooi voorbeeld van een omgeving die wél helemaal smart is. “Dat is nou echt een slimme haven. De afgelopen decennia is de Rotterdamse haven enorm gegroeid. Ik ben onder de indruk van de efficiënte manier waarop bijvoorbeeld het containertransport vandaag de dag wordt beheerd. Alles loopt op rolletjes en er komt nauwelijks nog mensenwerk bij kijken. Die kant moeten steden ook op. Maar de Rotterdamse haven heeft er ook 25 jaar over gedaan om op het huidige niveau te komen.”

De expert ziet wel enkele steden met flink wat smart city-potentie. Hij noemt Amsterdam en Utrecht, Manchester en Bristol in Engeland, het Australische Adelaide en Chinese steden als Shanghai en Beijing. “Deze steden beginnen de waarde van data in te zien. Hoe kunnen we data gebruiken om onze leefomgeving te verbeteren? Duurzaamheid is daarbij steevast een belangrijk element: het gebruik van groene energie, recyclebare materialen en het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. Nederland vervult hierin een pioniersrol.”

Virtuele tweelingstad

Maar geen van deze steden haalt het bij Singapore. Niet voor niets koos Dassault Systèmes juist Singapore uit voor het ambitieuze 3DEXPERIENCity-project. Het bedrijf ontwikkelt in samenwerking met de Singaporese overheid een hyperrealistisch model van de stad dat constant wordt gevoed met real-time data over de bevolkingsdichtheid, het verkeer, het weer, energieverbruik en recycling. Het analyseren van deze digitale replica van Singapore helpt beleidsmakers om de leefbaarheid te verbeteren. Nu én in de toekomst.

Dit model gaat overigens veel verder dan simpelweg ruwe data over de stad op een visueel aantrekkelijke manier vormgeven. “Je wilt niet alleen zien hoe alle losse vraagstukken ervoor staan, maar ook hoe ze elkaar beïnvloeden”, aldus Stokoe. “Dan levert het pas echt bruikbare inzichten op. Wat gebeurt er in mijn stad, wat gaat er mis en wat kan ik eraan doen? Het mooie is dat dit platform samen met Singapore evolueert. Als het project afgerond is, hebben we een simulatieplatform dat ook toepasbaar is op andere steden of delen ervan.”

Eindeloze mogelijkheden

Op Singapore na zijn we dus nog ver verwijderd van smart cities. Maar bij Stokoe overheerst het optimisme. Hij wijst erop dat veel toepassingen nu al binnen handbereik zijn. “Je kunt het verkeer monitoren en aansturen, zodat mensen sneller van A naar B komen. Patiënten en bejaarden hoeven niet naar het ziekenhuis, omdat je hun gezondheid vanuit huis kunt monitoren. Het onderwijs wordt toegankelijker, want scholieren kunnen gewoon thuis een opleiding volgen. En ook in de retailbranche en energiesector is al heel veel mogelijk.”

Tegelijkertijd beseft de expert dat er ook nieuwe gevaren schuilen in het verzamelen van al die data. “Hoe slimmer onze steden worden, hoe belangrijker cybersecurity wordt. Deze twee zaken gaan hand in hand. Uiteindelijk is onze veiligheid toch prioriteit nummer 1. Laten we dus vooral rationeel blijven over smart cities. Het gaat erom dat slimme technologie onze wereld echt beter, efficiënter en duurzamer maakt. Als je niet gericht te werk gaat en alleen maar de hele tijd zegt hoe fantastisch en geweldig de smart city is, wordt het te veel een buzzword.”