De Nederlandse samenleving bevindt zich op een tipping point: vertrouwen in de digitale samenleving dreigt om te slaan

1396955_49065589

Het vertrouwen van Nederlandse burgers in de digitale samenleving is kwetsbaar: 23% van de ondervraagde burger heeft weinig tot zeer weinig vertrouwen in de digitale samenleving. Dit blijkt uit onderzoek van Capgemini, uitgevoerd door GfK, dat is gepubliceerd in het rapport Trends in Veiligheid 2018. Zo heeft slechts een klein percentage van de bevolking er vertrouwen in dat online diensten veilig omgaan met hun gegevens. Bij webshops is dit bijvoorbeeld 5% en bij aanbieders/ontwikkelaars van apps dit 4%. Toch is privacy niet altijd het belangrijkste voor de Nederlander. Opvallend is dat bijna de helft van de burgers het uitwisselen van (persoonlijke) gegevens in het belang van de veiligheid, boven de eigen privacy stelt (47%). 

Het rapport Trends in Veiligheid 2018 signaleert de belangrijkste trends op het gebied van openbare orde en veiligheid. Het is duidelijk dat de Nederlander zich meer bewust wordt van de keerzijde van onze digitale samenleving. Erik Hoorweg, vice president bij Capgemini Consulting en verantwoordelijk voor de publieke sector: “De afgelopen tijd is de burger en consument door schade en schande wijs geworden. We komen erachter dat publieke en private organisaties data verzamelen, voor vaak onduidelijke doeleinden. Dat onze persoonlijke data door gebrekkige authenticatie minder veilig zijn dan we dachten en dat hacks enorme gevolgen kunnen hebben. Daarmee zijn we aanbeland op een tipping point. Het punt dat vertrouwen dreigt om te slaan naar wantrouwen.”

Verdeeld vertrouwen

Uit het onderzoek blijkt dat Nederlanders verdeeld zijn over de digitale samenleving: 19% heeft hier zeer veel vertrouwen in en 23% juist zeer weinig. Wel vindt een groot deel van de bevolking (82%) dat de overheid meer moet doen om de digitale veiligheid te vergroten. Terwijl overheidsinstanties nog wel vertrouwen genieten van de burgers wat betreft het zorgvuldig omgaan met privégegevens, worden online diensten met argusogen bekeken. Ter vergelijking: 83% van de Nederlanders gelooft dat zijn data veilig is bij de overheid, slechts 30 tot 45% van de Nederlanders gelooft ditzelfde bij de verschillende social media-platformen.

Zelf besteden Nederlanders ook veel aandacht aan veilig internetgedrag: een kwart van de bevolking let hier zelfs méér op dan vorig jaar. Toch zegt 3% van de Nederlanders dat zij in het afgelopen jaar wel eens gevoelige privégegevens gedeeld hebben via een account, waarvan ze achteraf dachten dat het niet in orde was. Daarnaast wijzigt één op de tien zijn wachtwoord nooit.

Opmars nepnieuws

Het wantrouwen van de Nederlander wordt eveneens weerspiegeld in hun houding ten opzichte van media. Het vertrouwen in bijna alle typen media is afgenomen: van 11% bij nationale bladen en 13% bij nieuwssites tot 46% bij één van de social media-platformen. Alleen het journaal vormt de uitzondering: hier is het vertrouwen licht gestegen. De helft van de bevolking geeft dan ook toe dat het onderscheid tussen echte en valse feiten nu lastiger te herkennen is dan 5 jaar geleden. Nog meer mensen (62%) beschouwen de verspreiding van fake news zelfs als bedreiging van hun eigen veiligheid of die van de samenleving.

Gebruik van algoritmen vormt kans en dreiging voor vertrouwen

Uit het trendrapport blijkt dat kunstmatige intelligentie vele toepassingsvormen in het veiligheidsdomein kent. Zo helpt een slimme combinatie van sensoren, mobiele telefooncamera’s, GPS en social media een beter overzicht te krijgen van menigtes tijdens massale events. Dit maakt vroegtijdig ingrijpen eenvoudiger.

Ook de ontwikkeling van smart cities is een voorbeeld waarbij de leefbaarheid wordt verbeterd door continue monitoring en bijsturing van de inwoners. Het rapport erkent de kansen die deze technologie met zich mee brengt, maar waarschuwt ook voor mogelijke ingebouwde vooroordelen en inperking van de autonomie van burgers.

Overige opvallende uitkomsten uit het rapport:

  • De bestrijding van cybercrime moet topprioriteit worden, vindt 74% van de ondervraagden. Slechts 3% is het oneens met de stelling.
  • Volgens 87% van de Nederlanders mogen burgers de politie ondersteunen bij misdrijven. Dit gaat met name om algemene misdrijven die het veiligheidsgevoel aantasten. Opvallend is dat respondenten jonger dan 40 jaar hier relatief negatief tegenover staan. Slechts weinig mensen (5%) zijn enthousiast over burgerparticipatie bij zware misdrijven.
  • Men staat positief tegenover digitale hulpmiddelen om veiligheid te vergroten. Zo is er veel animo voor het gebruik van bodycams door politie (78%) en camera’s die afwijkend gedrag vertonen (74%). Nederlanders zijn terughoudender tegenover biometrie (51%) en drones (44%).