Lang leve netneutraliteit

273129_h_ergb_s_gl

door Jan-Paul van Burgsteden |
 
Altijd en overal kunnen beschikken over alle online diensten via jouw internetverbinding. Nederland is naast Chili het enige land dat netneutraliteit in de wet heeft vastgelegd. Een mooi principe, een open internet waarbij internetproviders geen invloed kunnen uitoefenen op online data en de bereikbaarheid ervan. Onlangs besloten T-Mobile en de Nederlandse Spoorwegen (NS) om bepaalde online diensten die via het gratis WiFi-netwerk in treinen worden gebruikt, te blokkeren. Diensten als YouTube en Spotify gebruiken te veel capaciteit, waardoor andere online diensten niet optimaal functioneren. Is dit het begin van het einde van de netneutraliteit?

Netneutraliteit in Nederland

Chili was het eerste land waar netneutraliteit in 2010 in de wet is opgenomen. Nederland volgde als tweede met een instemming van de Eerste Kamer op 8 mei 2012. Maar wat houdt netneutraliteit eigenlijk precies in en wat gebeurt er als netneutraliteit wordt ingeperkt? Netneutraliteit wordt als volgt omschreven: “Al het internetverkeer dient gelijk behandeld te worden, ongeacht toepassing, type, afkomst of bestemming.” Dit houdt onder andere in dat internetproviders alle online diensten met dezelfde bereikbaarheid moeten aanbieden. Het blokkeren van online data en diensten is daardoor verboden.

Internet en politiek

Internet en politiek hebben al vanaf dat internet is geboren een scheve verhouding. Eigenlijk kun je zeggen dat de politiek en de wetgeving altijd achter de internetontwikkelingen aan lopen. Dat zie je bijvoorbeeld terug in het ontstaan van het medium internet. Het was niet de politiek die daarmee bezig was, nee, internet is ontstaan als een militair/ wetenschappelijk netwerk. Vervolgens waren het de ‘hackers’ die internet in de smiezen kregen, gevolgd door de commercie. Pas daarna kwam de overheid op de proppen. Dit patroon is bijvoorbeeld ook weer terug te zien bij de cookiewetgeving. Eerst zijn cookies technisch ontwikkeld en toegepast, toen werden ze door commerciëlen ingezet en pas daarna kwam de wetgeving erbij.

Zelfregulerend

Deze bovenstaande voorbeelden geven aan dat de politiek zich eigenlijk niet te veel met het medium internet zou moeten bemoeien. Al sinds dat internet bestaat, is het een zelfregulerend medium. In de zogenoemde RfC’s (Request for Comments) worden de protocollen en andere aspecten van internet beschreven. Dit gebeurt al vanaf 1969, toen werden RfC’s opgesteld voor het ARPANET-project, de voorloper van internet. Het wijzigen van en het opstellen van nieuwe RfC’s gebeurt op een zelfregulerende wijze. De mensen die met internet werken, bepalen (in de meeste gevallen) de inhoud. Overheden komen er wel aan te pas als het gaat om schending van de privacy of bij misbruik.

Innovatie en diversiteit

Omdat netneutraliteit de basis is van het internet zoals wij dat kennen, is het van belang om er verstandig mee om te gaan. Natuurlijk moet er altijd plek zijn voor discussie, ontwikkeling en verandering, de tijd verandert en internet ook. Als we maar niet vergeten waar netneutraliteit om draait. Aantasting van netneutraliteit op de verkeerde manier staat gelijk aan de aantasting van het internet zoals we dat nu kennen. En dat moeten we niet willen. De 2 belangrijkste aspecten van internet zijn innovatie en diversiteit. Deze 2 punten hebben ervoor gezorgd dat internet is gegroeid tot wat het nu is geworden en als dat zou verdwijnen, is dat onacceptabel.

Quality-of-Service

Het blokkeren van Youtube en Spotify op het WiFi-netwerk van de NS zorgt voor een afbrokkeling van de Nederlandse netneutraliteit en is daardoor onacceptabel. De oplossing hiervoor is simpel. Zorg ervoor dat de WiFi-verbindingen in de treinen voldoende capaciteit hebben. En als dat niet meteen lukt, kun je in eerste instantie Quality-of-Service als bedrijf inzetten. Hierbij kun je als een netwerk flink wordt belast voorrang geven aan bepaalde, vooraf als zeer belangrijk gedefinieerde, diensten. Maar je zet dit alleen in om uiteindelijk tot een goede oplossing te komen. Quality-of-Service gaat uit van marktwerking; of de provider schaalt de capaciteit op of de provider vraagt (meer) geld voor zijn diensten.

Blokkeren = NO GO

Het blokkeren van online diensten waar iedereen gebruik van zou moeten kunnen maken, is een ‘no go’ in onze internetcultuur. Ook al is het vanuit commercieel oogpunt zeer begrijpelijk dat bedrijven de netneutraliteit willen aantasten. Want wat moeten T-Mobile en de NS nu doen? Het gratis NS WiFi-netwerk uitbreiden qua capaciteit? Of er een betaalde dienst van maken? Omdat het ware internet open is, mag er geen onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende soorten verkeer. Als je een pakket laat bezorgen door UPS word je afgerekend op de grootte en gewicht van het pakket en niet op de omzet/marge die ermee wordt gemaakt. Een internetprovider behoort het internetverkeer hetzelfde te behandelen, of het nu gaat om een filmpje op Youtube, beurstransacties op een website of grappige e-mails naar familieleden.

Jan-Paul van Burgsteden is Executive Director bij True