Doorbraak voor ‘machine intelligence’ in 2016

MI_Report_Cover_small

Het Verkenningsinstituut voor Nieuwe Technologie (VINT) van Sogeti trapt het nieuwe jaar af met de ontwikkeling van vier onderzoeksrapporten over ‘machine intelligence’. Deze allesomvattende term voor kunstmatige intelligentie adresseert de situatie waarin computers in staat zijn om menselijke intelligentie te evenaren of zelfs voorbij te streven. Na de mobiele revolutie, big data en het internet der dingen verwacht VINT dat ‘machine intelligence’ dit jaar gaat doorbreken. De eerste notitie bevat een ‘executive introductie’ waarin de mogelijkheden en marktomvang van ‘machine intelligence’ worden beschreven, evenals de algehele impact daarvan op de samenleving. Dit eerste rapport maakt deel uit van een vierluik dat in de loop van 2016 verschijnt.

“Auto’s die voetgangers herkennen en daarop passende maatregelen nemen, computers die een ziektediagnose vaststellen of juridisch advies verstrekken op basis van bestaande jurisprudentie. Dit zijn slechts een paar voorbeelden van de nieuwe generatie ‘machine intelligence’ computers waarbij de balans tussen mens en machine volledig verschuift. Deze intelligentie is straks voor iedereen beschikbaar. Ook moet elk bedrijf in elke sector zich straks realiseren dat kunstmatige intelligentie op een hele andere manier ingezet kan worden dan traditionele IT”, vertelt Menno van Doorn, auteur en directeur van VINT van Sogeti.

VINT heeft twee verklaringen voor de op handen zijnde doorbraak van kunstmatige intelligentie. In de eerste plaatst is er sprake van een doorbraak op het gebied van hardware. Zo worden onze telefoons hyperintelligent gemaakt met op het brein geïnspireerde neuromorfische chips. De extreem hoge rekenkracht van de nieuwe generatie chips helpt daarbij. De tweede verklaring heeft te maken met de explosieve groei van data. Decennia lang ontbrak het aan voldoende gegevens om verder te komen met ‘machine learning’. Pas nu, in het huidige big data tijdperk waarin grote hoeveelheden data beschikbaar zijn, kunnen de zelflerende algoritmes aan de slag. Dit zelflerende vermogen van machines is cruciaal voor deze nieuwe vorm van intelligentie.

Vier rapporten

Na de ‘executive introductie’ over kunstmatige intelligentie komen in de opvolgende rapporten drie onderwerpen aan bod. In het tweede rapport komt de opkomst van de Personal Digital Assistent aan de orde. Daarbij vindt een verschuiving plaats van apps naar cogs (cognitieve systemen). Persuasive Technologies staat centraal in het derde rapport. Dat betreft de gedragsbeinvloeding via machines. Het thema voor het laatste rapport is de invloed van angst voor kunstmatige intelligentie op organisaties die slimmer willen worden.

Sander Duivestein, Jaap Bloem, Erik van Ommeren en Menno van Doorn zijn de auteurs van de eerste ‘executive introductie’. Naar verwachting zal het tweede rapport in april 2016 verschijnen.

Het eerste trendrapport is hier te downloaden.

Meer over
Lees ook
Werknemer herkent in 2030 werkdag niet meer terug

Werknemer herkent in 2030 werkdag niet meer terug

Zo'n twee derde van de Nederlandse werknemers verwacht dat de werkdag er in 2030 totaal anders uitziet. Fysieke aanwezigheid op de werkvloer lijkt niet meer nodig om het werk uit voeren. Naar verwachting nemen robots - een deel van - de werkzaamheden over. De meerderheid verwacht echter niet dat het werk makkelijker wordt of dat zijn of haar baan1

Medewerkers mkb in Europa ontevreden over internetverbinding op het werk

Medewerkers mkb in Europa ontevreden over internetverbinding op het werk

Uit een Europees onderzoek van het onderzoeksbureau Censuswide in opdracht van ZyXEL blijkt, dat medewerkers in het mkb liever thuis werken dan op kantoor vanwege de snelheid en betrouwbaarheid van het internet. De helft van de medewerkers in Nederland en het Verenigd Koninkrijk is tevreden met de internetconnectie op het werk, maar respectievelij1

Europeanen meest bezorgd over privacy en security

Europeanen meest bezorgd over privacy en security

Europeanen zijn bezorgder over hun privacy en security in vergelijking met andere werelddelen. Zo zegt ruim 62 procent zich zorgen te maken over zijn/haar privacy in het Internet of Things-tijdperk, vergeleken met 49 procent in Japan en 44 procent in de Verenigde Staten. Bijna de helft van de Europeanen (49%) geeft daarnaast aan dat deze bezorgdhe1